In de jaren 60 schreef een mysterieuze auteur een choquerende autobiografie die de literaire wereld op zijn kop zette. Het boek, getiteld “Wie s hreef”, was een raadselachtige puzzel die lezers en critici in verwarring achterliet.
Het verhaal begint met de protagonist, een naamloze verteller die beweert de auteur van het boek te zijn. Hij beschrijft zijn leven en ervaringen op een bizarre en onvoorspelbare manier, waarbij hij constant verwijst naar een mysterieus personage genaamd “Wie”. Dit personage lijkt een belangrijke rol te spelen in het leven van de verteller, maar zijn ware identiteit blijft een mysterie.
Terwijl de lezer dieper in het verhaal wordt gezogen, wordt duidelijk dat de autobiografie van de verteller vol zit met dubbelzinnigheden, tegenstrijdigheden en cryptische aanwijzingen. Het lijkt alsof de verteller opzettelijk de lezer in verwarring brengt en probeert hen te laten raden naar de waarheid achter zijn verhaal.
De climax van het boek komt wanneer de verteller onthult dat hij “Wie” eigenlijk zelf is – een schokkende wending die de lezer volledig verrast. De autobiografie blijkt een complexe puzzel te zijn die de lezer uitdaagt om de waarheid te ontrafelen en de ware aard van de verteller te begrijpen.
Hoewel de identiteit van de mysterieuze auteur achter “Wie s hreef” nooit officieel is onthuld, blijft het boek een intrigerend en provocerend werk dat de grenzen van de autobiografie en de literaire fictie opzoekt. Het laat de lezer achter met talloze vragen en onbeantwoorde raadsels, waardoor het een blijvende en mysterieuze indruk achterlaat in de literaire geschiedenis.