De Ming-dynastie was de Chinese dynastie die heerste van 1368 tot 1644. Deze periode van heerschappij was een van de meest welvarende en cultureel bloeiende tijden in de geschiedenis van China.
De oprichting van de Ming-dynastie vond plaats na de val van de Mongoolse Yuan-dynastie, die China regeerde van 1271 tot 1368. De stichter van de Ming-dynastie, keizer Hongwu, slaagde erin om de Mongolen te verdrijven en de Chinese controle over het land te herstellen.
Onder de heerschappij van de Ming-dynastie bloeide de Chinese cultuur op. Er werden vele literaire en artistieke werken gecreƫerd en er werden grote bouwprojecten uitgevoerd, waaronder de bouw van de Verboden Stad in Peking. De Ming-dynastie was ook verantwoordelijk voor het stimuleren van de handel en het bevorderen van de economische groei in China.
Echter, aan het einde van de Ming-dynastie begon het rijk te verzwakken door interne conflicten en invasies van buitenlandse mogendheden, met name de Mantsjoes. In 1644 werd de Ming-dynastie omvergeworpen door de Qing-dynastie, die China meer dan 250 jaar zou regeren.
Ondanks het einde van de Ming-dynastie, blijft de periode van heerschappij van 1368 tot 1644 een belangrijke en invloedrijke periode in de Chinese geschiedenis. De erfenis van de Ming-dynastie is nog steeds zichtbaar in de vele culturele en architectonische monumenten die zijn achtergelaten, en de invloed ervan op de Chinese cultuur is nog steeds voelbaar tot op de dag van vandaag.