In de natuurkunde is de eenheid van druk de pascal (Pa), vernoemd naar de Franse natuurkundige Blaise Pascal. Druk wordt gedefinieerd als de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlak en wordt gemeten in pascal, waarbij één pascal gelijk is aan één newton per vierkante meter.
Druk is een belangrijke grootheid in de natuurkunde en speelt een cruciale rol in verschillende processen en fenomenen. Het wordt vaak gebruikt om de krachten te beschrijven die worden uitgeoefend op voorwerpen of oppervlakken. Druk kan zowel in vloeistoffen als gassen worden gemeten en wordt beïnvloed door factoren zoals temperatuur, volume en massa.
Een andere veel gebruikte eenheid van druk is de atmosfeer (atm), die wordt gedefinieerd als de druk die wordt uitgeoefend door de luchtkolom boven zeeniveau op het aardoppervlak. Eén atmosfeer komt overeen met ongeveer 101.325 pascal.
Naast de pascal en de atmosfeer worden ook andere eenheden van druk gebruikt, zoals de bar, millibar en torr. Deze eenheden hebben verschillende conversiefactoren ten opzichte van de pascal, maar zijn allemaal gerelateerd aan de basisdefinitie van druk als kracht per oppervlakte-eenheid.
Druk is een fundamentele grootheid in de natuurkunde en wordt gebruikt in verschillende toepassingen, zoals hydraulica, pneumatiek, meteorologie en chemie. Het begrip druk en de eenheid pascal zijn essentieel voor het begrijpen van de fysieke wereld om ons heen en spelen een cruciale rol in het verklaren van diverse natuurkundige verschijnselen.