Ter beveiliging van een buisvormig kasteel
Een buisvormig kasteel, ook wel bekend als een donjon, is een indrukwekkend en vaak imposant bouwwerk dat door de eeuwen heen diende als verdedigingsfort en woonverblijf voor edelen. Met zijn hoge muren en smalle ramen was het kasteel een sterke vesting die vijandelijke aanvallen moest weerstaan. Om de veiligheid van het kasteel te waarborgen, werden verschillende beveiligingsmaatregelen genomen.
Een van de belangrijkste beveiligingsmaatregelen was de bouw van een gracht rondom het kasteel. Deze gracht diende als natuurlijke barrière en maakte het voor vijanden moeilijk om het kasteel te bereiken. Vaak was de gracht voorzien van water en soms zelfs van krokodillen of andere gevaarlijke dieren om indringers af te schrikken.
Daarnaast werd het kasteel vaak voorzien van dikke muren en een ophaalbrug die kon worden opgehaald in geval van een aanval. Hierdoor was het voor vijanden vrijwel onmogelijk om het kasteel binnen te dringen. Ook waren de muren voorzien van kantelen en schietgaten, zodat de verdedigers vanaf de muren konden schieten op de aanvallers.
Verder werden er vaak valkuilen en andere hinderlagen aangelegd rondom het kasteel om indringers te verrassen en tegen te houden. Ook werd er vaak gebruik gemaakt van geheime gangen en doolhoven om de vijand te misleiden en te vertragen.
Al deze beveiligingsmaatregelen zorgden ervoor dat een buisvormig kasteel een bijna onneembare vesting was. Door de combinatie van natuurlijke barrières en kunstmatige verdedigingswerken was het kasteel goed beschermd tegen vijandelijke aanvallen en konden de bewoners veilig leven binnen de muren van het kasteel.