In Nederland is het niet ongebruikelijk dat politici die uit hun functie worden gezet, ontslagen of niet worden herkozen, recht hebben op wachtgeld. Dit geld wordt betaald als een soort van inkomensgarantie totdat de politicus een nieuwe baan heeft gevonden. Echter, de regeling is de afgelopen jaren vaak onderwerp van discussie geweest, met name als het gaat om de hoogte van de uitkering en de duur ervan.
Onlangs is er ophef ontstaan rondom de wachtgeldregeling voor het voormalige college van B&W van de gemeente Die ploeg. Nadat het college in zijn geheel was afgetreden vanwege een conflict binnen de coalitie, bleek dat alle leden recht hadden op wachtgeld. Dit leidde tot veel kritiek vanuit de gemeenteraad en de inwoners van Die ploeg.
De hoogte van het wachtgeld voor de voormalige collegeleden van Die ploeg is niet bekendgemaakt, maar het is aannemelijk dat het om aanzienlijke bedragen gaat. Dit heeft tot verontwaardiging geleid bij veel mensen, vooral omdat het college zelf ontslag heeft genomen vanwege interne problemen en niet vanwege bijvoorbeeld disfunctioneren.
De discussie over wachtgeld voor politici is niet nieuw en zal waarschijnlijk ook niet snel verdwijnen. Voorstanders van de regeling benadrukken dat politici recht hebben op een fatsoenlijke overgangsregeling als ze hun baan verliezen, net zoals andere werknemers dat hebben. Tegenstanders vinden echter dat het wachtgeld te royaal is en dat politici zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een nieuwe baan.
Het is duidelijk dat de regeling voor wachtgeld voor politici een gevoelig onderwerp blijft en dat er nog veel discussie over zal volgen. In het geval van het voormalige college van Die ploeg lijkt het erop dat de discussie nog lang niet voorbij is en dat er nog veel debat zal volgen over de rechtmatigheid en de hoogte van het wachtgeld dat zij ontvangen.