“Dit was ik, de schrijver wel.”
Dat waren de woorden die de schrijver schreef terwijl hij achter zijn bureau zat, omringd door stapels papier en een potlood in zijn hand. Hij voelde de inspiratie stromen en de woorden vloeiden uit zijn pen als vanzelf. Elk woord dat hij op papier zette, leek een deel van hemzelf te zijn.
De schrijver was al van jongs af aan gefascineerd door het geschreven woord. Als kind verslond hij boeken en schreef hij kleine verhalen in zijn schrift. Het was zijn manier om de wereld om hem heen te begrijpen en zijn gedachten en gevoelens te uiten.
Nu, vele jaren later, was hij uitgegroeid tot een ware woordkunstenaar. Zijn verhalen raakten de harten van vele lezers en zijn boeken werden bestsellers. Maar ondanks zijn succes bleef hij bescheiden en trouw aan zijn liefde voor het schrijven.
Dat was hij, de schrijver wel. Een man die leefde voor de kunst van het geschreven woord en die met elk verhaal een stukje van zichzelf blootgaf. En hoewel zijn naam misschien niet bekend was bij iedereen, was zijn passie en talent onmiskenbaar.
De schrijver glimlachte terwijl hij zijn pen neerlegde. Hij wist dat hij zijn roeping had gevonden en dat hij voor altijd verbonden zou zijn met de kracht van het geschreven woord. Dat was hij, de schrijver wel.