In de 19e eeuw pleitte de Britse demograaf al voor geboortebeperking. Hoewel het onderwerp destijds nog taboe was, vonden sommigen het belangrijk om na te denken over de gevolgen van een groeiende bevolking en de beperkte middelen die beschikbaar waren.
Eén van de voorstanders van geboortebeperking was Thomas Malthus, een econoom en demograaf die in 1798 zijn beroemde essay “An Essay on the Principle of Population” publiceerde. In dit essay waarschuwde Malthus voor de gevaren van een ongecontroleerde bevolkingsgroei en benadrukte hij de noodzaak van geboortebeperking als middel om armoede en hongersnood te voorkomen.
Malthus’ ideeën werden destijds controversieel bevonden en veroorzaakten veel discussie. Sommigen beschuldigden hem van het promoten van immorele praktijken en het beperken van persoonlijke vrijheden. Toch waren er ook anderen die zijn argumenten serieus namen en begonnen na te denken over de mogelijke oplossingen voor het probleem van overbevolking.
In de loop van de 19e eeuw werden er verschillende initiatieven genomen om geboortebeperking te promoten. Zo richtte de Britse geboortebeperkingsactiviste Annie Besant in 1877 de eerste geboortebeperkingskliniek op, waar vrouwen informatie en advies konden krijgen over anticonceptie en gezinsplanning.
Hoewel het nog vele jaren zou duren voordat geboortebeperking algemeen geaccepteerd werd en anticonceptie wijdverspreid beschikbaar was, waren de eerste stappen richting bewustwording en actie al gezet in de 19e eeuw. De Britse demografen en activisten die pleitten voor geboortebeperking legden de basis voor de latere ontwikkeling van het beleid en de praktijk van gezinsplanning en hebben bijgedragen aan het bewustzijn over het belang van een duurzame bevolkingsgroei.